Hoe kunnen banken belanghebbenden en Covid-19 in evenwicht houden?

Nieuws en opinie over financiën

Voor banken is het potentiële conflict tussen de loyaliteit van de lokale gemeenschap en de belangen van zowel prudentiële toezichthouders als internationale investeerders niet nieuw. Maar, vooral in Europa, maakt de coronacrisis het opnieuw tot een urgente vraag. 

Banken moeten hun kapitaal beschermen. Tegelijkertijd moeten ze er in deze noodsituatie alles aan doen om klanten te ondersteunen van wie ze de terugbetalingscapaciteit kennen. En ze zullen willen bijdragen aan de humanitaire inspanning. 

De vraag is echter of het hun rol is om kleine bedrijven te ondersteunen waarvan de kredietwaardigheid moeilijk te doorgronden is, dan om rechtstreeks in te grijpen in de volksgezondheidsstelsels.

Dit was minder een probleem voor Duitse en Zwitserse banken tijdens de coronaviruscrisis, omdat hun deelstaten vroegtijdig actie hebben ondernomen om 100% van de leningen voor kleine bedrijven te garanderen – en omdat hun volksgezondheidsstelsels minder onder druk staan. 

Filantropie

Elders in continentaal Europa hebben banken daarentegen geconcurreerd om op eigen risico liquiditeit aan bedrijven toe te zeggen en om grote donaties te doen aan gezondheidsdiensten en liefdadigheidsinstellingen.

Dit is niet het geval van rijke CEO's die bankbiljetten uit de ramen van hun limousine gooien. Weloverwogen en goed getimede filantropie draagt ​​veel bij aan de reputatie, het moreel en dus de waarde van een bedrijf. 

Het probleem is echter dat wanneer buitengewone geschenken samenvallen met dividendstops en de toenemende kans op claimemissies, aandeelhouders kunnen denken dat ze de tweede plaats innemen. Dat is de reden waarom sommige banken, zoals de grote Spaanse geldschieters, extra voorzichtig zijn geweest om hun donaties volledig te verkrijgen uit bezuinigingen op de salarissen van het bestuur en het senior management.

In deze buitengewone periode kan het opofferen van een deel van hun salaris de juiste keuze zijn voor CEO's, omdat dit betekent dat relatiegeschenken relatief groot kunnen zijn en op de juiste manier worden gefinancierd. 

Het biedt ook leiderschap voor de volgende laag van het management (hoewel misschien de eerstelijnsmedewerkers die hun leven op het spel zetten om filialen open te houden, beter beloond zouden moeten worden).

Vooral Italië wordt geconfronteerd met een gezondheids- en sociaaleconomische ramp die groot genoeg is om het hele Europese project in gevaar te brengen. Intesa Sanpaolo moet daarom worden toegejuicht voor haar bijdrage van € 100 miljoen in maart aan de crisisresponseenheid van de nationale regering, wat overeenkomt met een vergelijkbare donatie van verzekeraar Generali. 

Het enige waar iedereen het over eens is, is dat het beter zou zijn als de Zuid-Europese regeringen meer zouden kunnen doen om deze noodsituatie te verzachten. 

Wereldwijd begonnen alleen Bank of America en Barclays met zulke grote giften aan de crisis. BNP Paribas en Societe Generale hebben elk € 50 miljoen gedoneerd; BBVA en Santander hebben beide € 25 miljoen gegeven.

Maar het debat over de bestuurlijke implicaties van dergelijke acties is vooral stekelig in Italië, deels vanwege een persoonlijkheidsconflict aan de top van de sector. Carlo Messina, CEO van Intesa, was veel minder blij met het verzoek van de Europese Centrale Bank om het dividend te bevriezen dan Jean Pierre Mustier, CEO van UniCredit en hoofd van de European Banking Federation. 

Misschien maakt Mustier zich meer zorgen dan Messina over regulier kapitaal. Zeker, zowel Mustier als ECB-hoofdtoezichthouder Andrea Enria vinden de bevriezing gepast vanwege de slechte optiek om nu grote dividenden uit te keren. 

Vanuit het perspectief van Messina heeft hij echter zijn sociale gevoeligheid al getoond door de donatie van € 100 miljoen. Hij heeft verder € 1 miljoen van zijn eigen loon bijgedragen aan de gezondheidscrisis, met nog eens € 5 miljoen afkomstig van het topmanagement. 

Maar vooral in het licht van een recent bod op rivaal UBI Banca uit het middensegment, is Messina kwetsbaarder dan Mustier voor de beschuldiging dat hij misschien te veel prioriteit geeft aan zijn lokale status. 

Zichzelf positioneren als een nationale kampioen heeft soms de geloofwaardigheid van Intesa ondermijnd - zoals in de flirt met een Generali-fusie in 2017 - ondanks het feit dat het meestal succesvoller was dan rivalen door het beter te doen met lokale bankfusies. 

Internationale houding

UniCredit heeft daarentegen al lang een meer internationaal standpunt ingenomen, maar haar portefeuille van banken in Italië en elders is minder winstgevend. Mustier heeft nadrukkelijk niet geconcurreerd tegen Intesa's liquiditeitstoezeggingen en donaties - of in de UBI-deal. De coronavirusdonaties van UniCredit worden allemaal door werknemers gefinancierd. 

Sinds het uitbreken van de crisis heeft hij een loonsverlaging van 75% ondergaan, waardoor hij ongeveer € 2.7 miljoen aan vergoedingen heeft moeten missen die aan de UniCredit Foundation zullen worden gedoneerd.

Het enige waar iedereen het over eens is, is dat het beter zou zijn als Zuid-Europese regeringen meer zouden kunnen doen om deze noodsituatie te verzachten. Een zwakke staatscapaciteit vergroot de behoefte aan particuliere en zelfs informele ondersteuningsmiddelen, waardoor er moeilijke keuzes moeten worden gemaakt tussen het terzijde schuiven van financiële en bestuurlijke eerlijkheid op korte termijn en prioriteit geven aan de onmiddellijke humanitaire crisis. 

De wijdverbreidheid van dergelijke compromissen in Zuid-Europa maakt het voor de Europese Unie dringend noodzakelijk om een ​​sterkere soevereine backstop te bieden. De onderling verbonden zwakte van economieën en instellingen zou vroeg of laat het hele bouwwerk kunnen doen instorten.